A. Geografische ligging
- St.-Rochusstraat zonder nummer, Huldenberg (Vlaams-Brabant)
- Provincie: Vlaams-Brabant
B. Plaats in kerkelijke structuur
- Bisdom: Mechelen-Brussel
- Dekenaat: Overijse
- Pastorale zone: Huldenberg
- Parochie: Onze-Lieve-Vrouwparochie
C. Eigenaar: Gemeente Huldenberg
D. Bescherming(en)
- De Onze-Lieve-Vrouwkerk is beschermd als monument sinds 19 april 1937.
E. Beschrijving cultuurhistorische waarde
Huldenberg had eerder een eenbeukig romaans gebouw als kerk, waarvan de opbouw reeds gestart werd rond 1250. Delen hiervan zijn nog zichtbaar in de gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk, die op een ongeveer 13 meter hoge heuvel ligt, binnen een ommuurd kerkhof. Deze kerk met transept en vieringtoren doet dienst als parochiekerk.
De bak- en zandstenen gewelven uit de 15e eeuw, die in de plaats van het originele gewelf met houten bebording kwamen, werden tijdens de 17e-18e eeuw vervangen door de huidige, lagere overkluizing. Het basicale element verloor men hierdoor. In 1469 werden glasramen met het wapenschild van Jean de Walhein en zijn vrouw, Catherine Hinckaert, in de vensteropeningen van het koor geplaatst. De zestiende eeuw werd ook voor dit bedehuis fataal: “De beelden, de klokken en alle ornamenten vernietigd en na de brand bleef practisch niets anders meer over dan blote muren. Deze toestand bleef ongewijzigd van 1578 tot 1596.” (L. Van Langendonck).
De voorgevel werd pas veel later van een ingang voorzien (jaartal 1817 op de makelaar) en is bovenaan blijkbaar onvoltooid gebleven. In de 18e eeuw veranderde men het zuidportaal in een doopkapel en werden achter het altaar drie vensters van de apsis met een muur afgesloten. Twee ramen van de transeptarmen werden eveneens dichtgemetseld.
Op 15 september 1797 werd de Onze-Lieve-Vrouwekerk door de Franse ‘overheersers’ gesloten en elke eredienst in dit bedehuis verboden. In 1799 werden alle zaken, die men niet had kunnen verbergen, openbaar verkocht. Drie jaar later werd het gebouw opnieuw opengesteld en werden de meeste ornamenten, die door vrome parochianen waren opgekocht, aan de kerk terug geschonken.
Voor 1817 was er in de westgevel van de kerk een ingang was gekapt. Aan de neogotische sacristie werd begonnen in 1836. In 1857 werd deze kerk door de Commissie voor Schone Kunsten tot nationaal monument uitgeroepen. Dringende herstellingen en bezoeken van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen zorgden voor de nodige herstellingen vanaf 1880 tot 1901. In het rapport van de Commissie was vooral aandacht voor de ontdekkingen die men tijdens de schoonmaak van het interieur deed: in 1933 (her)ontdekte men in de zuidelijke transeptarm een 14e-eeuws altaar met een gesculpteerd, bijna volledig bewaard retabel, op de linkerpijler van de kooringang verscheen een gedeelte van een 16e-eeuwse muurschildering en achter het hoofdaltaar vond men een uniek sacrariumdeurtje uit eind 12e of begin 13e eeuw. Tenslotte trof men onder het hoogaltaar een intact gebleven tombe uit de 13e of 14e eeuw aan.
Op 19 april 1937 werd de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Huldenberg bij koninklijk besluit geklasseerd.
Het dak van de kerk werd gerestaureerd in 1938. Er zouden nog herstellingen volgen in 1951 en 1995-1998.